Hoe zorgkwaliteit van nieuwe obesitascentra meten?

Voor de aanpak van obesitas bij kinderen en jongeren worden er in ons land (maximaal) 25 pediatrische multidisciplinaire obesitascentra (PMOC) opgericht. Zij zullen een gespecialiseerde multidisciplinaire behandeling aanbieden. Op vraag van het Riziv ontwikkelde het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) een reeks kwaliteitsindicatoren, om de zorgkwaliteit van deze obesitascentra te meten.

Volgens de Gezondheidsenquête van Sciensano had 13,6% van de jongeren in 1997 overgewicht. In 2018 was dit aantal gestegen naar 19% en was daarnaast bijna 6% obees. 

Om kinderen en jongeren met obesitas de juiste behandeling te bieden, komt er vanaf 1 december een nieuw zorgtraject voor hen én hun familie. Op verwijzing door een arts uit de eerste lijn, zoals een huisarts, kinderarts of een arts van het CLB, wordt dit zorgtraject georganiseerd door een Pediatrisch Multidisciplinair Obesitascentrum (PMOC).

In een PMOC maakt een gespecialiseerd multidisciplinair team (pediater, diëtist, kinesitherapeut, enz.) een behandelplan op maat van de patiënt op. Deze maximaal 25 PMOC’s worden binnen bestaande ziekenhuizen opgericht, die de kinderen ambulant zullen behandelen, in samenwerking met de eerste lijn. Het Riziv financiert deze obesitascentra.

Wanneer nodig kan het kind worden doorverwezen naar het derde zorgniveau voor residentiële zorg (Zeepreventorium in De Haan en Clairs Vallons in Ottignies).

Vijf indicatoren

Om te kunnen nagaan of de zorg in deze obesitascentra van voldoende hoge kwaliteit is, ontwikkelde het KCE een reeks van kwaliteitsindicatoren. Dat in samenwerking met experten in de aanpak van overgewicht en obesitas bij jongeren.

Dit werk resulteerde in 5 indicatoren, waarmee de resultaten die de centra behalen kunnen worden opgevolgd. Voorzien wordt dat de centra regelmatig een aantal resultaten doorgeven: hoeveel procent van de jongeren is na 1 jaar behandeling niet bijgekomen of weegt minder? Hoeveel hebben er opnieuw een normaal vetgehalte in het bloed en een normale bloeddruk? Bij hoeveel van hen zijn het uithoudingsvermogen en de levenskwaliteit verbeterd?

De centra zullen deze gegevens regelmatig moeten inbrengen in een nationale databank die wordt opgevolgd door het RIZIV, dat hiervoor samenwerkt met de Belgian Association for the Study of Obesity (BASO) en de Belgian Society for Pediatric Endocrinology and Diabetes (BESPEED).

Bedoeling is om deze uitkomsten enkel te gebruiken voor kwaliteitsverbetering en niet voor het sanctioneren van de PMOC’s. De kwaliteitsindicatoren zelf moeten regelmatig (bv. om de 3 jaar) worden herzien. 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.