Virtuele kinderen helpen ontwenningsverschijnselen bij echte kinderen voorkomen

Als kinderen stoppen met zware medicatie, krijgen ze net als volwassenen vaak last van ontwenningsverschijnselen. De ernst hiervan is vooraf vaak lastig te voorspellen. Geneesmiddelenonderzoeker Bas Goulooze van de Universiteit Leiden ontwikkelde een computermodel om de beste afbouwstrategie voor elk kind te kunnen bepalen. Zijn onderzoek werd gepubliceerd in The Journal of the American Association of Pharmaceutical Scientists.

“Het is erg dat ernstig zieke kinderen ook nog eens last krijgen van ontwenningsverschijnselen”, zegt Goulooze. “Het gaat hierbij om een behandeling met zware pijnstillers waar de kinderen echt nood aan hebben, dus daar kunnen we niets aan veranderen. Maar we kunnen wel kijken of we de geneesmiddelen na de behandeling slimmer kunnen afbouwen.”

Bij kinderen is dat lastig te onderzoeken omwille van ethische bezwaren. Daarom ontwikkelde Goulooze een wiskundig model op basis van informatie uit eerdere studies uit het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. “Hoe lang en met welk geneesmiddel is een kind behandeld, hoe is het afgebouwd? Hoe oud is het kind, en hoeveel last had het van ontwenning? Ons model schept orde in de klinische chaos. Door alle verzamelde informatie te vergelijken, kunnen we begrijpen en voorspellen waarom sommige kinderen veel last krijgen van ontwenning en anderen niet.”

Met het model kan Goulooze ook virtuele kinderen maken. “Zo kunnen we experimenteren en allerlei scenario’s testen zonder dat echte kinderen daar last van hebben. Daarmee kunnen we gericht zoeken naar de meest kansrijke ideeën voor echte patiënten.”

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.