Oxytocine toedienen bij kinderen met autisme verlaagt stress en verbetert sociaal gedrag

Het toedienen van oxytocine werkt bij sommige kinderen stressverlagend en leidt tot sociale, gedragsmatige verbeteringen. Dat blijkt maandag uit onderzoek van de KU Leuven bij kinderen tussen 8 en 12 jaar.

Eerder onderzoek van de KU Leuven toonde al aan dat oxytocine langdurige, positieve effecten heeft bij volwassen mannen met autisme. Nu is dat voor het eerst onderzocht bij schoolgaande kinderen met autisme. 

Bijna tachtig Vlaamse kinderen - 63 jongens en 16 meisjes - tussen 8 en 12 jaar namen deel aan het onderzoek. De ene helft gebruikte vier weken lang dagelijks een neusspray met oxytocine, de andere helft kreeg een placebo. 

Het onderzoeksteam keek naar de sociale en gedragsmatige effecten van de toediening. Ook de biologische en fysioligische effecten en effecten op de hersenen werden in kaart gebracht. 

"Op groepsniveau stelden we op het vlak van sociaal functioneren geen verschil vast tussen de kinderen die oxytocine kregen en de controlegroep", vertelt doctoraatsonderzoeker Nicky Daniels. "De behandelingseffecten bleken sterk te variëren. Via medische beeldvorming konden we vaststellen dat oxytocine bij een deel van de kinderen invloed heeft op de hersendelen die vooral actief zijn bij angst en stress. Net die kinderen vertoonden ook sterkere gedragsmatige verbeteringen." 

Oxytocine toedienen bleek het lichaam er ook gevoeliger voor te maken. "De werking van oxytocine is afhankelijk van de beschikbare receptoren in de cel: hoe meer van die receptoren aanwezig zijn, hoe beter het eiwit oxytocine zich kan binden", zegt doctoraatsonderzoeker Matthijs Moerkerke. "De herhaalde toediening van oxytocine doet het aantal beschikbare receptoren toenemen en stimuleert dus het lichaamseigen oxytocinesysteem. De kinderen worden zo meer ontvankelijk voor de positieve, stressverlagende effecten."

“Er zijn nog veel vragen te beantwoorden vooraleer oxytocineneussprays op grote schaal kunnen worden ingezet om hechting of sociale interacties te ondersteunen”, zegt Kaat Alaerts. “We weten bijvoorbeeld nog niet of de positieve effecten die we vaststellen ter hoogte van de hersenen blijvend zijn. We moeten ook onderzoeken wat de meest effectieve doseringsschema’s zijn om het lichaamseigen systeem te stimuleren. Hoeveel oxytocine moeten we toedienen, met welke frequentie en hoelang? Deze nieuwe onderzoeksresultaten vormen de basis om die elementen volledig in kaart te brengen.”

Dit onderzoek gebeurde in het kader van de doctoraatsprojecten van Matthijs Moerkerke en Nicky Daniels onder gezamenlijke begeleiding van professoren Kaat Alaerts, Bart Boets en Jean Steyaert van het Leuven Autism Research Consortium

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Marc DE MEULEMEESTER

    23 januari 2024

    Misschien is er een verbond tussen fruitvliegjes en oxytocine ?

  • Jim STRACKX

    22 januari 2024

    Ik schrok wel even van de foto en titel in de mailing maar gelukkig ging het om oxytocine!

  • Stefanie Vander Donckt

    22 januari 2024

    Oxytocine is toch wel iets heel anders dan Oxycontin. Best de bijhorende foto aanpassen?