Zorgcentra Seksueel Geweld: opvolging minderjarige slachtoffers botst op wachtlijsten

In de Kamercommissie seksueel misbruik in de kerk werden enkele verantwoordelijken van de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) gehoord. Zij bieden vooral hulp (medisch, psychologisch, politioneel,...) na acuut seksueel geweld. Bijna een derde van de behandelde slachtoffers zijn minderjarig, van wie bovendien ruim 13 procent jonger dan twaalf jaar. Maar de opvolging van die minderjarigen is niet evident, zo bleek uit de getuigenissen.

Vaak botst men op wachtlijsten in de jeugdhulp, of verzadiging bij de parketten, verklaarde Ilse Kint van het SZG Antwerpen. Ook een tekort aan kinderpsychologen werd aangehaald door Sophie Desbenoit van SZG Charleroi.

Kamerlid Valerie Van Peel (N-VA) betreurde dat op die manier de veiligheid van kinderen niet gegarandeerd kan worden. "Dit wordt een belangrijke taak voor deze commissie", merkte ze op. Maria Vindevoghel (PVDA) vindt dit "een rijk land onwaardig".

Tussen 2017 en 2022 werden 8.230 slachtoffers van seksueel geweld geholpen in een ZSG. Het aantal centra breidde de jongste jaren uit tot een 10-tal. De bedoeling is dat iedereen binnen het uur een zorgcentrum kan bereiken. 

De overgrote meerderheid (90,6 procent) van de aangemelde slachtoffers is vrouw, maar bij de mannen houdt men rekening met een onderrapportering. De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers is 24 jaar, van wie ruim 31,8 procent minderjarig. In Antwerpen is dat bijna vier op tien, terwijl meisjes in precaire situaties zich vaak meermaals aanbieden, "soms 7 of 8 keer". De 65-plussers vertegenwoordigen slechts 0,8 procent van de aanmeldingen, maar ook hier houdt men rekening dat dit niet overeenstemt met de realiteit. In de meerderheid van de gevallen is de dader van het seksueel geweld een bekende, voor ongeveer 30 procent niet.

Ruim zes op tien (62,3 procent) van de slachtoffers meldt zich aan na verkrachting, terwijl ruim 18 procent "niet weet wat er juist is gebeurd". "Bij kleine kinderen gaat het vaak om vage verhalen, geweld is soms moeilijk aantoonbaar", merkte Kint op.

De focus van de ZSG ligt op acuut geweld, maar minderjarigen komen zich soms pas maanden na de feiten aanmelden. "We zouden graag meer aanbieden voor historisch seksueel geweld, maar dan zijn er wel meer middelen nodig", klonk het. "Onlangs belde een tiener over een feit van zes maanden geleden. We konden ze binnen het huidig wettelijk kader slechts één gratis psychologische consult aanbieden."

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.